blog
4 oktober 2019
’10 duizend stappen. Iedere dag.’
Chantal tikt op de stappenteller om haar pols.
‘En als ik ’s avonds nog niet op 10 duizend zit, ga ik een extra blokje om.’
Chantal woont bij mij in de straat. Ze is voor mij hét voorbeeld van dé automobilist. Ze doet alles met haar auto, een zwarte Volvo V40.
Maar ik had het mis. Chantal is niet alleen automobilist, maar ook voetganger. ‘Wandelen wordt het nieuwe fietsen, Roel‘, zegt ze met een grote grijns.
Ik geef het niet graag toe, maar wandelen schijnt nóg gezonder te zijn dan fietsen. Wandelen verlaagt je bloeddruk, het vermindert het risico op diabetes type 2, het verlicht depressies, verbetert je geheugen, vermindert gewrichtspijn en je valt ervan af. Je hoeft je er niet voor in het zweet te werken. Gewoon een half uur per dag en al je problemen verdwijnen als de lucht uit een lekke fietsband.
Op 7 oktober begint in Rotterdam het grootste internationale voetgangerscongres Walk21. Daar komen alle aspecten van wandelen aan bod. Rotterdam is gastheer van het congres, omdat de stad de voetganger op een voetstuk wil plaatsen en wil dat meer mensen gaan lopen. Steden over de hele wereld investeren in de mogelijkheden om je wandelend door de stad te verplaatsen. Ze spreken ook wel over slow mobility. Volgens die steden is slow mobility niet alleen goed voor het individu, maar ook voor de stad. Wanneer meer mensen lopen, rijden er minder auto’s, wordt de stad schoner, is er meer ruimte voor groen, beleven mensen hun omgeving anders en ontstaan er meer ontmoetingen. Om die redenen heeft de gemeente Rotterdam de afgelopen jaren de omgeving rondom het Centraal Station vergroend en teruggegeven aan de mensen die er lopen. Ook de Coolsingel krijgt veel meer ruimte voor voetgangers. |
In het weekend doen we een stukje Pieterpad of zo’n leuke wandeling van de NS. In de zomervakantie lopen we van hut naar hut in de Alpen of Pyreneeën. We sjouwen uren door Parijs tijdens een citytrip, maar we wandelen niet naar ons werk. We wandelen wel nog wat voor ons plezier, maar niet meer functioneel. Hoe kan dat?
Er was een tijd dat we alles te voet deden. Trekschuit, postkoets, trein, fiets, auto en vliegtuig brachten daar verandering in. We zijn ons anders en verder gaan verplaatsen. En een van de gevolgen is, dat we verder van huis konden en gingen werken.
De Brever-wet verklaart deze ontwikkeling. Die wet zegt dat de mens zo’n 70 tot 90 minuten per dag reist. Dat is al eeuwen zo en geldt over de hele wereld. Dit reistijdbudget is verdeeld over verschillende verplaatsingen en vervoermiddelen, maar verandert niet. We zijn dus niet langer gaan reizen, wel verder en dat is ten koste gegaan van de wandeling naar het werk.
Ik woon in Den Haag, in een wijk tegen het centrum. Winkels zijn er niet in onze wijk. De enige functionele wandeling die mensen hier maken, is die naar de glasbak.
Daarnaast zijn er nog drie soorten mensen die gelegitimeerd door de wijk wandelen: hondenbezitters, bewoners van het verzorgingstehuis en goede doelencolporteurs. Iedere andere voetganger is verdacht. Zo ervaar ik dat tenminste.
Sinds een half jaar fiets ik namelijk niet meer naar mijn pianoles, maar ga ik te voet. Het tasje met bladmuziek niet meer aan mijn stuur, maar in mijn hand. Toen mijn zoon me zo voor het eerst door de straat zag lopen, barstte hij in lachen uit: ‘Je lijkt wel zo’n Jehova’.
Misschien zijn we ook wel een beetje banger geworden. We zijn gewend geraakt aan de veilige metalen huls van de auto, bus, trein en tram. Zelfs fietsend voel ik me minder kwetsbaar dan als voetganger. Op de fiets rij ik gerust langs een groepje lachgas hijsende hangjongeren bij de Stadskwekerij. Te voet kies ik voor de omweg via de Klatteweg.
Dat was gewoon een slimme Japanse marketingcampagne uit de jaren zestig voor een van de eerste stappentellers.
blog