blog
31 augustus 2020
Kletsers in de stiltecoupé, Bijenkorftassen op de enige vrije zitplaats, treuzelende uitstappers en ongeduldige instappers. Dat waren tot begin van dit jaar mijn ergernissen als treinreiziger.
Geen grote ergernissen hoor. Nee, ik ben een liefhebber van de trein. Tot half maart dan, toen mocht het even niet meer. Inmiddels heb ik weer 2 treinritten gemaakt, naar Amsterdam Zuid en terug. Mét mondkapje in een halfvolle trein, weinig ergernissen aan mijn kant .
Maar het aantal treinreizigers stijgt weer. De afgelopen week schommelde het OV-gebruik rond de 70% ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Hoogste tijd om de treinreisetiquette uit de kast te halen met 13 regels die het reizen met de trein aangenaam en veilig houden.
In de trein draag je een mondkapje. Niet om jezelf te beschermen, maar de mensen die bij je in de buurt zitten. Dus om de virusdeeltjes die jij misschien – zonder dat je het weet – de wereld in blaast, op te vangen. Maar dan moet je dat mondkapje wel goed gebruiken. Dus niet op je voorhoofd, niet in je nek of onder je kin, maar over je mond en je neus.
Ik weet het, afstand bewaren is lastig. Zeker bij de incheckpalen en bij het instappen. Maar we blijven het proberen. We houden anderhalve meter afstand in de stations en op de perrons. Anderhalve meter, dat zijn ongeveer twee armlengtes of een fietslengte.
Vroeger was de trein onze ontbijttafel. Koffie, croissantje of een drinkontbijt. Geen probleem, niemand had er last van zolang je de boterham met pindakaas maar thuis liet. Nu mag je niks meer eten en drinken in de trein.
Mondkapjes, weet je wel.
Sommigen van ons vergissen zich wel eens en denken dat de trein onze badkamer is. Dat is dus niet zo. De Axe Africa deodorant bodyspray spuit je thuis en niet onder onze neus. Je knipt noch lakt je nagels in de trein. Je borstelt er geen haren en je gaat er ook niet make-uppen. Handen desinfecteren mag dan weer wel.
Hé, pssst.
Je wist het niet, hè?
Maar je zit in een stiltecoupé. Iedere trein heeft er één of twee. Je ziet bij de ingang en op de ramen waar ze zich bevinden. Je mag er niet bellen, niet praten, maar ook niet fluisteren of giechelen. Smakken, slurpen en snurken natuurlijk ook niet. Dat zijn sowieso verboden geluiden.
Laten we zeggen dat je in de stiltecoupé alleen maar geluid maakt als je hélemaal alleen bent. En misschien zelfs dan niet.
‘O, nou is je mobieltje weer belangrijker dan ik, hè?’ De gesoigneerde man, type hoogleraar, aan de andere kant van het gangpad valt uit naar zijn vrouw. Zij: ‘Nee schat, maar ik dacht dat we klaar waren.’
‘Ja, jij bent altíjd gauw klaar als het over mij gaat.’
De rest van deze echtelijke ruzie moest ik ook aanhoren, tot en met de troostende woorden. Van háár nota bene.
Doen we niet meer. Ruzie in de trein.
Echt.
Ze bestaan.
Koptelefoons die doen wat ze moeten doen. De drager hoort muziek, de omstanders horen geen muziek. Als je zo’n koptelefoon nog niet gevonden hebt, zet dan je muziek wat zachter. Pleassssse.
Tuurlijk is het lastig. Wachten op die mensen die uit willen stappen. Jij wilt die warme droge trein in. Jij wilt zitten. Verderop zie je ze al naar binnen gaan. Straks is er geen zitplaats meer.
Shit.
Toch hou je je aan regel nummer 8 van de treinreisetiquette: eerst laat je mensen uitstappen, dan pas stap jij in. En je wacht ook op de treuzelende toerist met zijn grote rolkoffer.
Een trein heeft een héél goede akoestiek. Vooral bovenin de dubbeldekker is het alsof gesprekken via het plafond live naar de andere kant worden doorgestraald. Dat is iets om over na te denken als je je eigen seksleven gaat bespreken of een geheime nota over aardgasboringen in Groningen.
‘Vroeger stonden jonge mensen nog op voor ouderen’. Een oude man beklaagt zich in de volle Intercity tussen Gouda en Den Haag. Eén medereiziger staat op, de rest kijkt naar zijn schermpje. Is opstaan voor iemand niet meer van deze tijd? Dacht het niet. Als een beverige bejaarde of hoogzwangere dame in het gangpad staat te wankelen, vraag je netjes: ‘Wilt u zitten, ik kan staan?’
Je kunt het proberen. Je kunt die kartonnen chai latte beker met het laatste restje thee in dat kleine prullenbakje onder de stoel voor je proberen te proppen. Zonder met je vingers aan dat gore klepje te komen. Je kunt jezelf ook de moeite besparen. Die bakjes zijn zo verdomde klein gemaakt om ons te stimuleren onze troep mee naar buiten te nemen. Doen we dat?
Wat doe jij als het druk is? Stal je al je boodschappen uit op de vrije stoel naast je? Blijf je staan? Zoek je naar een vrije plek? Ben je zo’n baasje dat zelf ruimte maakt en tassen oppakt en in het bagagerek gooit? Of vraag je iemand om zijn tas te verplaatsen? En aan wie vraag je dat dan? Aan de eerste de beste of ben je selectief? ‘Niet naast die dikke man. Dat oude mens gaat vast kletsen. Dat leuke ding denkt vast dat ik iets van haar wil’.
Laten we het elkaar wat gemakkelijker maken. In een drukke trein zet je je tas niet naast je en blijf je van die van andere mensen af.
Weet je hoe het reizen met de trein pas echt weer leuk wordt? Door buiten de spits te reizen. Probeer het maar eens. Na 9 uur, half 10 is eigenlijk nog beter, verdwijnen alle problemen. Als lucht uit een lekke fietsband. Minder mensen, minder vertraging, minder ergernissen. En je kunt ook nog met korting reizen.
En weet je wat het allerfijnste is? Het is niet alleen prettig voor jou, maar ook voor reizigers die wel in de spits reizen.
blog
Via de studie culturele antropologie en een HR opleiding is Els (1979) de HR wereld ingerold. Ze heeft zich gespecialiseerd in de meer ‘harde’ kant van HR. Processen, systemen en data. Zorgen dat de basis voor medewerkers op een slimme manier goed geregeld is. Mobiliteit kwam voor het eerst op haar HR agenda in het Amsterdamse stadsziekenhuis OLVG. Innovatief mobiliteitsbeleid werd, door een groeiend tekort aan zorgprofessionals en een oververhitte woningmarkt in een autoluwe stad, een belangrijke arbeidsvoorwaarde. Als manager HR Services is onder leiding van Els in 2021 een compleet nieuw mobiliteitsbeleid neergezet. Haar interesse en enthousiasme voor het vakgebied mobiliteit én de samenwerking met 3PM is hier geboren. Sinds 2023 werkt zij als adviseur samen met 3PM.
Duurzaamheid. Iets specifieker; duurzame mobiliteit. Hét favoriete onderwerp van Tobias (1977). De wetenschap dat reizen een stuk slimmer en schoner kan. Tijdens zijn studie Technische Bestuurskunde aan de Universiteit Twente specialiseerde hij zich in de maatschappelijke effecten van mobiliteit. Hoe verplaatsen we ons en wat betekent dat voor ons en onze omgeving? Bij het economisch adviesbureau Decisio in Amsterdam leerde hij hier goede business cases en kosten-batenanalyses van te maken. Zijn focus verschoof in die tijd naar werknemersmobiliteit. Met zijn team hielp hij honderden werkgevers – varierend van productiebedrijven tot stichtingen – met vragen op het gebied van reizen van, naar en voor het werk. In 2012 verliet hij Decisio om samen te werken met Roel, het begin van 3PM.
Roel (1967) is opgeleid als econometrist. De harde kant van de economie zullen we maar zeggen. Hij leerde modellen maken en prognoses van vervoersstromen. Maar hij leerde vooral goed analyseren, verbanden leggen en complexe zaken begrijpelijk maken. Cijfermatig staat Roel dus zijn mannetje. Maar hij schrijft het ook graag voor je op. Nog liever komt hij jou helpen om jouw mensen duurzaam en gezond naar het werk te krijgen. In zijn eerste baan bij Rijkswaterstaat rekende hij aan de Betuweroute en de sluizen van IJmuiden. Daarna – bij KPMG – bleef mobiliteit zijn vakgebied. Hij werkte in adviestrajecten rond marktwerking in het openbaar vervoer en de fusie tussen NS Cargo en Deutsche Bahn.
Laurens (1981) verbindt 3PM met de creatieve wereld. Door zijn achtergrond in de creatieve sector vertaalt hij onze ideeën en ambities – maar ook die van onze klanten – naar nieuwe oplossingen. Zo bedacht en ontwikkelde hij samen met Soigneur Agency de Fietspas010, de campagne ikfietsbeschaafd en de podcastserie Het Fietspadgesprek. In 2012 richtte hij Rodesk op, een digital designbureau dat zich specialiseerde in UX design. Eind 2019 verkocht hij Rodesk om zich volledig te richten op duurzame mobiliteit en fietsstimulering.
Paul (1973) is een ondernemende adviseur op het gebied van duurzame mobiliteit. Hij helpt werkgevers en overheden met het realiseren van duurzaamheidsambities op het gebied van mobiliteit. Dat kan het stimuleren van de fiets zijn, maar ook de uitrol van deelmobiliteit of Zero Emissie Stadslogistiek. Altijd met een brede blik en verbindende aanpak. Paul werkte aan de oprichting van het Instituut voor Duurzame Mobiliteit en was daar ook programmamanager Het Nieuwe Rijden en werkte bij overheden aan fietsstimulering voor een duurzame gedragsverandering. Daarvoor was hij supply chain manager in de luchtvaart, food, farmacie, en auto-industrie. Hij werkt al jaren samen met 3PM en is begin 2019 aangesloten als partner.