blog
20 december 2019
‘Joep.’
‘Ja, schatje.’
Waar kwam jij nou op aanrijden?’
Marie kijkt door het keukenraam naar de fiets in de oprit.
‘Dát, schatje – Joep hangt zijn jas op en loopt terug naar de keuken – is een speed pedelec.’
‘Een wat?’
‘Dat is een supersnelle e-bike. Hij heeft een 500 watt motor, elektrische ondersteuning tot 45 kilometer per uur en extra brede banden. Vanaf vandaag zwaai ik naar de file op de A12. Zelfs met dit weer.’
Marie staart naar buiten. Op het zadel van de fiets blijven sneeuwvlokken liggen.
‘Heb je die gekocht?’
‘Yep.’
‘Nieuw?’
‘Jawel. Mét subsidie van de gemeente én belastingvoordeel. Echt een super deal.’
‘Een super deal?’ Marie gooit haar theedoek op tafel. ‘Ik ben over 2 weken uitgeteld, we hebben nog een commode nodig en een autostoeltje en jij koopt zomaar eventjes op donderdagmiddag een nieuwe fiets?
‘Rustig nou Marie. Denk aan de kleine’. Joep legt zijn hand op haar buik en zoent haar wang. ‘We hebben nog genoeg geld voor een commode en -‘
‘Ik vroeg wat je ervoor betaald hebt.’
‘en een autostoeltje is niet meer nodig. Ik heb, zeg maar, de auto ingeruild voor de e-bike. Oh schatje, niet huilen.’
Tranen glijden over Marie’s wangen. Met één hand op tafel en één op de stoelleuning laat ze zich op een keukenstoel zakken.
‘Hoe kun je dat nu doen?’ Snikt ze. ‘Hoe komen we dan in het ziekenhuis?’
‘En ik heb voor de zekerheid zo’n kussentje gekocht, voor op de bagagedrager. Als het nodig is, kun je achterop.’
‘Djiezus Joep, straks zet je me nog op een ezel.’
‘Felyx dan?’
blog